BEOLINGUS
Dictionary - TU Chemnitz

 German  English

falzen {vt} to fold [listen]

falzend folding [listen]

gefalzt folded [listen]

falzen {vt} to groove [listen]

falzend grooving

gefalzt grooved

falzt grooves

falzte grooved

Falzen {n} [techn.] hemming

falzen {vt} (Blech) to join with a lock seam

ausklinken; nuten; falzen {vt} to notch [listen]

ausklinkend; nutend; falzend notching

ausgeklinkt; genutet; gefalzt notched

etw. einfalzen; falzen; in die Kerbe fügen {vt} (Holz, Glas) to rebate sth.; to rabbet sth. [Am.] (wood, glass)

einfalzend; falzend; in die Kerbe fügend rebating; rabbeting

eingefalzt; gefalzt; in die Kerbe gefügt rebated; rabbeted

etw. falzen; zinken; schwalben; verzinken; verschwalben; einschwalben {vt} (Zimmerei) to dovetail sth.; to cut a dovetail (carpentry)

falzend; zinkend; schwalbend; verzinkend; verschwalbend; einschwalbend dovetailing; cutting a dovetail

gefalzt; gezinkt; geschwalbt; verzinkt; verschwalbt; eingeschwalbt dovetailed; cut a dovetail