BEOLINGUS
Dictionary - TU Chemnitz

  English  German

nerd [coll.]; nurd [coll.]; freak; boffin [Br.] [coll.]; geek [Am.] [coll.]; wonk [Am.] [coll.] (in compounds) [listen] [listen] [listen] Narr {m}; Freak {m}; Junkie {m}; Spezialist {m} (in Zusammensetzungen)

nerds; nurds; freaks; boffins; geeks; wonks Narren {pl}; Freaks {pl}; Junkies {pl}; Spezialisten {pl}

computer freak; computer nerd; computer geek; computer boffin [Br.]; computer wonk [Am.] Computernarr {m}; Computerfreak {m}; Computerversessener {m}

grammar nerd; grammar freak; grammar geek [Am.]; grammar wonk [Am.] Grammatikspezialist {m}

policy nerd; policy freak; policy boffin [Br.] policy wonk [Am.] Politikjunkie {m}

nerd [coll.]; geek [Am.] [coll.] [listen] [listen] uncooler Typ {m}; schräger Typ {m}; Sonderling {m}

nerds; geeks uncoole Typen {pl}; schräge Typen {pl}; Sonderlinge {pl}